Weercijfer acht

Een zeedag met weercijfer acht...

En garnaalvissers te paard op een doenbaar uur...

Wij daarheen dus!

En omdat we er niet helemaal geloven, in dat goei weer, is het met trui én jas.

Die zijn echter snel uit en belanden in rugzak en draagtas!

De weg er naartoe zit ook nog vol leuke dingen.

De garnaalvissers te paard, ze zijn er dus, wij ook, en met ons duizend anderen...

We zijn goed op tijd en zien ze aankomen.

Kijk, Tette! (Net zoals voor Emiel vroeger is dat Kek haar roepnaam voor Lotte)

We zien ze in zee vertrekken de vissers 

en we zien ze uit zee terugkeren

en in de tussentijd amuseren we ons!

Het emmertje, meegebracht om vanalles te vinden wat de vissers weggooien, blijft leeg. Er zijn teveel kapers op de kust...

Gelukkig vindt Fien nadien nog een heremietkreeft!

Na de middag gaat het richting strand.

Meer dan zand heeft Lotte niet nodig.

Fien, Anna en Kek zwemmen en 't is er goed in, mannekes!

Thuisgekomen een lekkere cracker voor de grote honger...

En Lotte is al fris gewassen, de jongens hun beurt komt nog.

 

De zeedag zelf krijgt van Kek ook een acht!